Les petits farcis

Het zou aan de schattige naam kunnen liggen, aan de vakantieherinneringen oproepende geur van knoflook en Provençaalse kruiden, of aan het knusse, bevredigende gevoel dat je krijgt van het zorgvuldig uithollen van groenten om ze vervolgens te vullen met allerlei lekkers, maar ik vind les petits farcis een nogal romantisch gerecht.

Gevulde groenten klinkt al meteen een stuk minder poëtisch, maar dat is wel precies waar we het hier over hebben: zomerse vruchtgroenten als courgettes, paprika’s en tomaten die worden volgepropt met een smeuïg, hartig, geurig mengsel van worstvlees, broodkruimels of rijst, eieren en vaak ook nog een of andere kaas. Soms zijn het ook uien die worden gevuld, soms zijn er aubergines bij. En wie de hand weet te leggen op van die mooie, kleine bolcourgettes of op kleine, gele of lichtgroene patissons moet die vooral nemen.

In Frankrijk verkoopt elke supermarkt chair à saucisses, ofwel saucijzenvlees. In Nederland kunt u eenvoudigweg het vlees uit een stel verse worsten knijpen. Ik voeg ook graag een handje pijnboompitten toe. Die zorgen, ondanks de lange garingstijd, voor een fijne bite. De Parmezaanse kaas klinkt misschien wat minder des Zuid-Frankrijks, maar geeft veel umami en dus smaakverdieping aan de vulling.

Dit is ook meteen de perfecte gelegenheid om dat decoratieve juten zakje met herbes de Provence dat u jaren geleden meenam van uw vakantie eindelijk eens te openen. Les petits farcis vrágen om die zondoorstoofde, ietsiepietsie zepige mix van tijm, marjolein, bonenkruid, rozemarijn, oregano en salie. (Nooit herbes met lavendel kopen; dan wordt het écht zepig, als in badschuimachtig zepig.)

Et voilà, u zult zien hoe prachtig die verschillende groenten het doen in een beetje knappe ovenschaal. Want dat had ik er nog niet eens bij vermeld in de eerste alinea van dit stukje, behalve romantisch zijn les petits farcis ook très Instagrammable.

Les petits farcis

Voor 4 personen

4 courgettes;
4 grote vleestomaten;
1 rode paprika;
1 gele paprika;
2 el olijfolie;
1 grote ui, gesnipperd;
500 g saucijzenvlees;
4 teentjes knoflook, fijngesneden;
2 tl gedroogde Provençaalse kruiden;
150 g rondkorrelige rijst (zoals risottorijst);
100 g Parmezaanse kaas, geraspt;
50 g pijnboompitten;
een flinke hand peterselie, fijngehakt;
2 eieren
.

Snijd het kontje van de courgettes. Snijd vervolgens 2 stukken van 7-8 centimeter uit het dikste deel. U houdt dan een smaller stukje – het bovenste deel waar ook de steelaanzet zit – over. Deze stukjes worden in dit recept niet gebruikt, maar kunt u bewaren voor soep of pastasaus. Hol de dikkere stukken courgette uit met een theelepel, maar zorg dat er een bodempje overblijft. Snijd het vruchtvlees fijn.

Snijd een kegelvormig kapje uit het midden van de tomaten. Hol de tomaten verder uit met behulp van een theelepel. Hak 100 gram van het vruchtvlees fijn en bewaar. Bewaar de rest van het vruchtvlees voor soep of saus. Halveer de paprika’s. Laat eventueel het steeltje zitten (da’s puur voor de mooi) en verwijder de zaadlijsten.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Verhit de olijfolie in een zware pan en fruit de ui tot hij glazig wordt. Knijp het vlees uit de saucijzen, voeg toe en bak het rul. Voeg de knoflook en Provençaalse kruiden toe en bak eventjes mee, tot het flink gaat geuren. Voeg het fijngesneden courgettevruchtvlees toe en laat een paar minuten meebakken. Voeg de fijngesneden tomaat toe en laat nog een paar minuten bakken.

Haal de pan van het vuur en schep de rijst, parmezaan, pijnboompitten, peterselie en eieren door het worst-groentemengsel. Maak pittig op smaak met zout en versgemalen peper. Zet de uitgeholde tomaten, paprika’s en stukken courgette (rechtop) in een ovenschaal. Zorg dat ze goed klem staan, zodat ze niet om kunnen vallen. Vul de groenten netjes met het mengsel. Schuif de schaal in de oven en bak de groenten in ongeveer 1,5 uur gaar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *